Reliant Sabra (1961):
De Reliant Motor Company maakte sinds 1935 3-wieler auto's sinds, maar op een bepaalde dag in 1960 zou dat alles veranderen. Op een raceauto show, was Yitzhak Shubinsky van Autocars Ltd (Israël) op zoek naar een aantal ideeën voor het produceren van een nieuwe sportwagen.
Yitzhak Shubinsky was onder de indruk geraakt van Ashley's glasvezel body en zag Leslie Ballamy’s nieuwe type ladder chassis, welke was uitgerust met een ongebruikelijke onafhankelijke voorwiel ophanging setup. Een deal werd gesloten met zowel Leslie Ballamy en Ashley Lainates, zodat Yitzhak Shubinsky met beide kon produceren.
​
Zoals Reliant eerder Autocars had geholpen met de productie van de de Carmel" en de "Sussita", benaderde Yitzhak Shubinsky Reliant wederom en vroeg hen om samen met Leslie Ballamy een nieuw prototype te ontwikkelen op basis van het chassis van de Ashley 1172 met een gewijzigde carroserie.
​
In minder dan negen maanden hadden de Reliant ingenieurs, met succes, het chassis, de carrosserie en de ophanging aangepast en was er een eerste prototype van een sportwagen die werd aangedreven door een Ford Consul 1703cc motor. De auto kreeg de naam "Sabra" en Mr.Shubinsky was blij met het resultaat. De opzet was dat de Autocars Company de nieuwe sportwagen kon bouwen en verkopen aan Amerika. De Sabra sportwagen maakte zijn debut in de VS tijdens de World's Trade Fair gehouden in het New York Coliseum in mei 1961. Reliant produceerde de eerste 100 Sabra Sports auto's om Autocars de tijd te geven om hun werkplaats in Haifa (Israël) voor te bereiden en verscheepte ze ook, namens Autocar naar de Verenigde Staten. Reliant zou dan de rest van de auto's in kitvorm naar Autocars sturen, die ze dan zelf zouden samenstellen om klaar te maken voor de verkoop.
​
De invoer in de VS werd behandeld door Sabra Motors Inc in Beverly Hill, Californië. Reliant zag de mogelijkheid om de Sabra ook in het Verenigd Koninkrijk op de markt te brengen en paste snel twee LHD Sabra sportwagens aan naar RHD, tevens veranderde ze de spelling van "Sabra" naar "Sabre" om de Britse versie aan te geven. In 1971 ging Autocars failliet, waardoor de samenwerking tussen Autocars en Reliant werd beëindigd. Sommige Sabra body kits waren overgebleven en werden geclaimd door de overheid. Deze werden uiteindelijk enkele jaren later verkocht.
​
Documentatie
& brochures
Technische
specificaties
Films
Reliant Sabre 4 (1961):
Reliant lanceerde de nieuwe Sabre 4 op de Earls Court Motor Show in Londen in 1961. De Reliant Sabre was een tweezits open sportauto met een glasvezel carrosserie. De Sabre ontving gemengde reacties van het publiek en de dealers. Reden, de ongewone langwerpige neus met forse boemerang achtige chrome bumper rozetten.
​
Onder de motorkap had de Sabre de Ford Consul 375 motor, die beschikbaar was met fase 1 en fase 2 tuning (tegen meerprijs) afkomstig van de gerenommeerde tuners "Alexander Engineering". Stage 1 was een milde tuning met een single-choke Zenith valstroom carburateur. De compressieverhouding was 8,9:1, vergeleken met 7,8 :1 op de standaard Consul motor. Tegen een meerprijs van £ 52 en 10 shilling kon je een Stage 2 motor verkrijgen, met twee SU carburateurs, voor meer vermogen ‘’bovenin’’ daarmee kon de Sabre snelheden bereiken over de magische 100 mph / 160 km/u grens.
​
In eerste instantie leek de Les Ballamy onafhankelijke voorwielophanging systeem wat over gecompliceerd, maar op de weg werkte het goed door de combinatie van de achterste Girling schroefveren en schokdempers, plus de gewijzigde onafhankelijke geveerde achteras die op zijn plek werd gehouden door de Watts Linkage werd de auto werd geprezen om zijn vrijwel rolvrije bochten bij hoge snelheden.
​
Reliant nam met enig succes deel aan verschillende rally’s met de Sabre 4 in, waaronder de Tulip Rally in 1962, de RAC Rally in 1962, de Ilfracombe Rally in 1962 en de Monte Carlo Rally in 1963.
​
Tegen het einde van de productie introduceerde Reliant de gesloten versie van de Sabre 4, een nieuwe verkorte neusversie was ook beschikbaar n.a.v de vele kritiek op de lange neus van de auto. Met £ 1.128 was de auto niet de goedkoopste sportwagen, maar de Sabre was veilig, leuk om te rijden en zuinig in het verbruik!
Reliant Sabre Six (1962 - 1964):
In oktober 1961 was er een nieuwe, krachtigere versie van de Sabre te zien op de London Motorshow. De carrosserie werd verbeterd om de kortere neus/motorkap beter passend te krijgen samen met de afgeronde achterwielkasten gaf dit een veel netter uiterlijk.
Naast verschillende chassis wijzigingen om de wegligging te verbeteren, werd de Reliant Sabre Six uitgerust met Ford's 2.553cc zescilinder in lijn motor, die werd gekoppeld aan een Ford 4 versnellingsbak in plaats van de Duitse ZF versnellingsbak. Dit hielp de auto naar een maximale topsnelheid van 110 mph / 177 km/u. De eerste 15 geproduceerde auto's behielden de originele "flailing arm"(een punts) voorwielophanging, maar Reliant begon later de dubbele wishbone en de schroefveer set-up afgeleid van de Triumph TR4 te gebruiken. De Sabre Six ging in 1962 in de verkoop, Autocar Magazine prees de Sabre’s rijpositie en zicht en zei dat het een prettige auto was
De slechte verkoop zorgde ervoor dat Reliant slechts 75 Sabre Six GT's en 2 Sabre Six cabrio’s produceerde.
​
Opnieuw maakte Reliant Sabre Six fabrieks Ralley auto's om te concurreren in internationale rally's en had wat succes. Helaas was Reliant op dat moment slechts een relatief klein engineerings bedrijf die niet over een fractie van het geld kon beshikken voor ontwikkeling zoals de grotere autofabrikanten. De Fabrieks Ralley auto's werden later verkocht.