Reliant Scimitar GTC SE8b (1980-1986):
Reliant begon met het plannen van een cabriolet in 1977/78
en gaf Ogle Design de opdracht om een voorstel te maken. Tom Karen paste zijn eerdere GTE ontwerp aan en creëerde
een vierzits cabriolet. Vanaf de B-post, waren alle panelen vernieuwd, met extra versteviging tussen de achterste zijpanelen en aangepaste deur scharnieren.
​
De rolbar van de GTE werd behouden, en voor extra ondersteuning was deze verbonden aan de voorruit daarmee werd een Triumph Stag-achtige T-bar-ontwerp gecreërd die de stijfheid van het nieuwe carrosserieontwerp zou garanderen.
De auto heeft wederom een apart chassis incl. extra verstevigingen, het had daardoor geen last van 'rammeltjes' , waar een cabrio met een zelfdragende carrosserie gevoelig voor is.
​
De softtop is in eigen huis ontworpen door het softtop frame van een Triumph Stag aan te passen, met een op maat gemaakte cover gemaakt van mohair. Een prototype werd geproduceerd in 1978 en werd aangedreven door een 3.0 Essex motor.
Later verving Reliant het door de 2.8 Cologne motor, omdat Ford de productie van de Essex motor stopte. De Cologne motor had een iets lager koppel in vergelijking met de Essex motor. Om de prestaties te verbeteren veranderde Reliant de overbrenging van 3,31 naar 3,54.
De GTC werd gelanceerd in Maart 1980, een optionele hardtop werd toegevoegd na de de Motor Show van Birmingham dat jaar.Het model werd goed door de autopers ontvangen.
Een galvaniseerd chassis werd vanaf productienummer 372 – 442 toegepast (eerdere auto's hadden een gelakt stalen chassis).
In 1980 ging het land helaas in een recessie en Reliant worstelde om zijn £11.360 kostende GTC in grote aantallen te verkopen. Als gevolg daarvan bleven veel auto's maandenlang in de fabriek staan totdat er eigenaren te vinden waren. In 1986 kostte de Scimitar GTC 20% meer dan een Ford Escort XR3i Cabriolet, een vergelijkbaar aanbod qua stoelen en prestaties…..
​
In totaal werden er 442 GTC’s geproduceerd
​
​